Onderzoekers concludeerden in 1986 al dat als je goede ventilatie toegepast, virussen geen kans krijgen, ongeacht de luchtvochtigheid. Door voldoende ventilatie blaas je ziekteverwekkers het gebouw uit [1]. Maar de focus van afgelopen decennia op het behalen van het energiebesparing (afbeelding 1) zorgt ervoor dat men minder vaak kiest voor verhoogde ventilatie. Virussen krijgen daarmee vrij spel om in onze gebouwen mensen ziek te maken, zelfs als we niet eens bij elkaar in de ruimte komen. Hoe is dat mogelijk?
Virussen verspreiden zich via kleine druppeltjes vocht die in de lucht komen. Bijvoorbeeld als we niezen, hoesten, praten, of zelfs als we het toilet doorspoelen. Daarom voor iedereen gelijk een eerste tip. Als je terug gaat naar kantoor, spoel dan het toilet door met de deksel dicht. Daarmee blijven virussen in de toiletpot en verklein je de kans op besmetting. Het binnenklimaat in een gebouw heeft veel invloed op de effectiviteit van virusdruppels. Luchtvochtigheid is één van de manieren om deze druppels minder effectief te maken. Hoe groter het verschil tussen de luchtvochtigheid in onze longen (100%) en de buitenlucht, hoe meer druppels ontstaan als gevolg van ademen, hoesten of niezen [3]. Vanaf 80% relatieve luchtvochtigheid nemen druppels zelfs zoveel water op dat ze door hun gewicht uit de lucht vallen. Echter is het nadeel dat schimmels op dat moment vrij spel krijgen. Door de koude buitenlucht hebben wij in Nederland een te droge lucht in onze gebouwen. Daarnaast kost het halen van hoge luchtvochtigheid in ons koude kikkerlandje ontzettend veel energie door het verwarmen van de binnenlucht. Door deze opwarming wordt de relatieve luchtvochtigheid nog lager in onze gebouwen.
Sommige virussen hebben een beschermend vetmembraan (SARS-CoV-2, het coronavirus, is er daar één van) [5]. Bij hoge luchtvochtigheid is deze beschermlaag minder effectief en zal de overlevingskans afnemen [6]. Dit mechanisme kunnen we in ons voordeel gebruiken om verspreiding van virussen te voorkomen [7]. Dit werkt echter maar tot een relatieve luchtvochtigheid van 60%, want dan krijgen andere virussen die geen vetmembraan gebruiken ter bescherming vrij spel [3]. Alle bovenstaande bevindingen leiden tot een model zoals hieronder.
Een andere factor die meespeelt is ons eigen immuunsysteem. Een lagere relatieve luchtvochtigheid dan 20% procent tast ons immuunsysteem aan. Het gevolg is dat het verdedigingsmechanisme in onze longen niet goed meer werkt. Onze longen kunnen het beste hun werk doen met 50% relatieve luchtvochtigheid [9], [10].
We zien nu een ideaal scenario ontstaan waarbij de relatieve luchtvochtigheid tussen de 40 en 60% ligt. Virussen krijgen hierbij de minste kans om effectief te verspreiden, schimmels krijgen niet de kans om te groeien en ons eigen immuunsysteem blijft onaangetast. Hoe pakken collega’s dit in de praktijk aan?
Bastiaan vertelt ons dat op de Universiteit Twente de relatieve luchtvochtigheid grotendeels buiten de grenzen van 40 tot 60% ligt. Sommige onderzoekslaboratoria voldoen wel omdat zij deze luchtvochtigheid vereisen. Echter is dit vanwege onderzoeksredenen en niet het welzijn van de mensen die in de laboratoria werken. “Momenteel bevochtigen wij met gasgestookte ketels, maar we hebben de ambitie om van het gas af te gaan.” Adiabatische bevochtiging is dan volgens Bastiaan de beste optie. Bij deze techniek wordt koud water verneveld bij de luchtbehandeling, maar daar komen wel gezondheidsrisico’s bij kijken (legionella). Airconditioningsystemen en luchtbevochtigingsinstallaties zijn over het algemeen niet steriel. Ziektekiemen en gevaarlijke biofilms kunnen daardoor groeien in de systemen. Condair, marktleider in luchtbevochtigingssystemen, heeft als enige in de markt een hygiënisch adiabatisch systeem. Hierbij hoeven geen verdere hygienemaatregelen worden genomen, wat resulteert in de allerlaagste operationele kosten in zijn klasse.
Bastiaan zegt tot slot dat meer begrip en urgentie nodig is vanuit de organisatie. Luchtbevochtiging is iets dat weinig leeft omdat het geen eis is vanuit het bouwbesluit of arbowet- en regelgeving. De focus in Nederland heeft de laatste jaren op energiebesparing gelegen.
“De focus zou in eerste instantie op veiligheid, gezondheid en behaaglijkheid moeten liggen en daarna pas op energiebesparing.”
Belangrijk daarbij is het durven te benoemen dat maatregelen om de veiligheid, gezondheid en behaaglijkheid ten koste kunnen gaan van de energiebesparing. Bastiaan’s advies is dan ook om je voor energiebesparing te richten op installaties die niet optimaal functioneren, omdat daar echt grote winst te behalen valt. Deze optimalisatieslag begint met meten.
Hoe kijk jij naar (relatieve) luchtvochtigheid en ziekteverspreiding?
“Luchtvochtigheid heeft grote invloed op de belevenis van het binnenklimaat. In andere woorden: hoe prettig is een werkomgeving en maakt het mensen ziek? Vanuit bijvoorbeeld de ARBO-voorschriften verwacht ik ook dat er nieuwe regelgevingen of aanbevelingen zullen komen om een gezonde werkomgeving te creëren waardoor het besmettingsrisico zal worden geminimaliseerd. Bij licht en geluid is al een kader gecreëerd. De volgende stap zal te maken hebben met het binnenklimaat.”
Hoe kijk jij naar luchtkwaliteit en ziekteverzuim?
“Op het moment dat het niet goed voor elkaar is, dan weet je dat je een uitdaging gaat hebben. Uiteindelijk is facilitair, in samenwerking met de pandeigenaar, verantwoordelijk voor het binnenklimaat van een pand. Indien dit niet op orde is, zal er vanuit HR (en directie) gekeken worden naar het verband met ziekteverzuim en mensen die eventueel niet meer naar kantoor willen komen.”
Wat doen jullie er al aan?
“We hebben een standaard technisch programma van eisen waaraan een kantoor moet voldoen. In overleg met de pandeigenaar worden ventilatie, koeling, verlichting en akoestiek meegenomen. Het is altijd een behoorlijke onderhandeling om tot een goede compromis te te komen op technisch gebied. Daarbij wordt vaak ingeleverd op manier van afgifte van koeling. De keuze voor split-unit, VRF-systeem, of volledig klimaatplafond maakt een wereld van verschil.”
Hoe wil jij straks invulling geven aan een gezondere werkomgeving als we weer naar kantoor gaan?
“Ik zie gebeuren dat de functie van een kantoor gaat veranderen en meer gaat dienen als een ontmoetingsplek. Een uitvalsbasis waarbij thuiswerken een grotere rol gaat spelen. De type werkzaamheden en activiteiten die in een kantoor gaan plaatsvinden bepalen daarbij het klimaat. Bij grote vergaderingen en afspraken is een goed klimaat van belang en kom je niet meer weg met je split-unit airco’s. Uiteindelijk is het binnenklimaat een samenwerking tussen nogal veel verschillende componenten die op elkaar afgestemd dienen te worden.”
“We zullen de komende tijd ons best moeten doen om mensen naar kantoor te krijgen. Een kantoor moet namelijk meerwaarde geven, daarbij is de kwaliteit van de werkomgeving van groot belang.”
— Pleun Meuwissen, Facilitair en Huisvestigingsmanager OGD ict-diensten
Het kantoor krijgt straks een andere betekenis, waarbij gezondheid een centraal onderdeel gaat worden. Om hierop in te spelen is een gezond binnenklimaat van belang, waarin relatieve luchtvochtigheid een grote rol speelt.
Hoe staat het met de luchtkwaliteit op jouw werkplek of in jouw gebouw? Doe de Clairify Quickscan en krijg bruikbaar inzicht in de luchtvochtigheid in jouw pand.
Volg ons op [LinkedIn / Medium / Instagram / Facebook ] om op de hoogte te blijven en artikelen in de reeks te lezen.
[1] Arundel AV, Sterling EM, Biggin JH, Sterling TD. Indirect health effects of relative humidity in indoor environments. Environ Health Perspect [Internet]. maart 1986;65:351–61. Beschikbaar op: http://dx.doi.org/10.1289/ehp.8665351
[2] Bjarne OW. Workshop: How much ventilation and how to ventilate in the future? [Internet]. Geotabs. 2011 [geciteerd 28 april 2020]. Beschikbaar op: https://www.geotabs.eu/Publication/workshop_b_o/at_download/Leuven_Ventilation_Olesen.pdf
[3] Wan Yang LCM. Mechanisms by Which Ambient Humidity May Affect Viruses in Aerosols. Appl Environ Microbiol [Internet]. oktober 2012 [geciteerd 14 april 2020];78(19):6781. Beschikbaar op: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3457514/
[4] Franchimon F. COVID-19 in relatie tot gebouwen [Internet]. TVVL. [geciteerd 20 april 2020]. Beschikbaar op: https://tvvlconnect.nl/thema/klimaatinstallaties/documenten/1851-covid-19-in-relatie-tot-gebouwen
[5] Cascella M, Rajnik M, Cuomo A, et al. Features, Evaluation and Treatment Coronavirus (COVID-19) [Updated 2020 Apr 6]. In: StatPearls [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2020 Jan-. Beschikbaar op: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK554776/
[6] Jabr F. Why Soap Works [Internet]. 2020 [geciteerd 14 april 2020]. Beschikbaar op: https://www.nytimes.com/2020/03/13/health/soap-coronavirus-handwashing-germs.html
[7] Memarzadeh F. Literature review of the effect of temperature and humidity on viruses. ASHRAE Trans [Internet]. 1 januari 2012 [geciteerd 14 april 2020];118(1):1049–61. Beschikbaar op: https://go.gale.com/ps/i.do?p=AONE&sw=w&issn=00012505&v=2.1&it=r&id=GALE%7CA295268299&sid=googleScholar&linkaccess=abs
[8] pubmeddev, Lowen AC E al. Influenza virus transmission is dependent on relative humidity and temperature. — PubMed — NCBI [Internet]. [geciteerd 23 april 2020]. Beschikbaar op: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17953482
[9] Kudo E, Song E, Yockey LJ, Rakib T, Wong PW, Homer RJ, e.a. Low ambient humidity impairs barrier function and innate resistance against influenza infection. Proc Natl Acad Sci U S A [Internet]. 28 mei 2019 [geciteerd 14 april 2020];116(22):10905–10. Beschikbaar op: https://www.pnas.org/content/116/22/10905.abstract
[10] Moriyama M, Hugentobler WJ, Iwasaki A. Seasonality of Respiratory Viral Infections. Annu Rev Virol [Internet]. 20 maart 2020; Beschikbaar op: http://dx.doi.org/10.1146/annurev-virology-012420-022445